Internet op kosten van de zaak: zo zit het met de belastingen

Ondernemers die minder belastingen willen betalen, kennen het klappen van de zweep: onkosten maken en inbrengen. Via de belastingaangifte breng je de aftrekbare kosten in. Deze kosten worden afgetrokken van de omzet, waardoor je minder belastingen moet betalen. Aan deze beroepskosten zijn allerlei regeltjes en aftrekbeperkingen verbonden. In dit artikel hebben we het over de aftrekbaarheid van internet op kosten van de zaak.
Eenmanszaak: werkelijk beroepsgebruik is aan te tonen
Als je met een eenmanszaak werkt, zal je de werkelijke beroepskosten moeten aantonen. Het is realistisch dat je thuis al eens zakelijke mails checkt en dus zakelijk de internetverbinding gebruikt, waardoor je het zakelijk gebruik van de internetverbinding ook in je kosten kan inbrengen. Het is echter niet realistisch dat je dat voor 100% doet, want in principe zal je de internetverbinding ook privé gebruiken. Daarbij dien je bovendien rekening te houden met wat er al dan niet in je pakket begrepen zit. Bij een pakket met alles in 1, internet met bellen en digitale televisie, zal je bijvoorbeeld het kijkplezier uit de factuur moeten filteren. Er zijn maar weinig zelfstandigen waarbij televisiekijken een zakelijke aangelegenheid is.
In theorie zou je om correct te zijn al het gebruik, privé of zakelijk, moeten monitoren en uitsplitsen. Op basis van de gebruikte megabytes zou je dan elke maand kunnen bepalen hoeveel van de factuur privé of zakelijk is. In de praktijk is zoiets natuurlijk niet werkbaar. Daarom kan je ook een ruwe, gefundeerde schatting maken. Als je op een gemiddelde week de internetverbinding 30 uur zakelijk gebruikt en de internetverbinding daarnaast ook 30 uur privé wordt gebruikt, valt het bijvoorbeeld te verantwoorden dat je de internetfactuur voor 50% zakelijk inbrengt.
Vennootschap: extra voordelig dankzij het voordeel alle aard
Voor wie met een vennootschap werkt, zijn de regels anders. Als de vennootschap betaalt voor de internetverbinding, gaat het om een voordeel alle aard (VAA). Dat wil zeggen dat je privé wordt belast op het voordeel waarvan je geniet. Voor de vennootschap is het betaalde voordeel aftrekbaar, waardoor de vennootschap minder belastingen betaalt. Eigenlijk gaat het om een voordeel in natura dat gewoon deel uitmaakt van het loonpakket. Dat is bijvoorbeeld ook het geval bij een tankkaart die je privé mag gebruiken.
De waarde van deze belastbare voordelen is in principe concreet te bepalen. Het VAA is dus gelijk aan wat de vennootschap betaalt. Er zijn echter uitzonderingen waarbij het VAA forfaitair wordt bepaald. Dan is het heel mooi als het forfait lager ligt dan de werkelijke kost voor de vennootschap, omdat je dan privé minder zwaar wordt belast. Dergelijke forfaits zijn er bijvoorbeeld voor smartphones, laptops, telefoonabonnementen en de internetverbinding.
Voor internet ligt het VAA vastgepind op 5 euro per maand. Voor een gsm-abonnement gaat het om 4 euro per maand en voor een pc om 6 euro per maand. Allemaal samen gaat het dus om 15 euro per maand of 180 euro op jaarbasis. Op dat bedrag wordt vervolgens de verschuldigde belasting berekend. In de hoogste belastingschijf betaal je dan jaarlijks 90 euro belastingen op het internet, een laptop en een gsm die door de vennootschap wordt betaald. Het maakt daarbij niet uit dat de werkelijke kost voor de werkgever hoger ligt – wat in principe het geval zal zijn –, waardoor dit fiscaal wel heel gunstig uitvalt.
– MPI